Gletsjers en klimaat
De lengte en de omvang van een gletsjer word bepaald door het klimaat, maar doordat ze zo groot zijn hebben ze geen last van de kleine temperatuur schommelingen maar juist wel van de langdurige klimaatveranderingen. Ook reageren de gletsjers pas heel laat op de klimaatveranderingen. Hierdoor kun je aan de gletsjers zien wat er jaren geleden is gebeurt met het klimaat. Nu worden de gletsjers overal op aarde kleiner, dit geeft aan dat al een paar jaar lang de temperatuur op aarde stijgt. Ook geld hoe groter de gletsjer, des te slomer hij reageert op de klimaatveranderingen. De grootste gletsjers zijn de Antarctische en Groenlandse IJskappen; de veranderingen die daar nu nog plaatsvinden zijn nog ‘naweeën’ van de Grote IJstijd (10.000 jaar geleden). De kleinere gletsjers hebben daar nu geen last meer van, die hebben echter nog wel last van de Kleine IJstijd (170 jaar geleden).
Ook kun je meer informatie over de klimaatveranderingen verzamelen door verticale kolommen ijs uit een ijskap te boren. Door de verschillende lagen kun je zien wat er per jaar is gebeurt met het klimaat. Zo’n kolom ijs word een ijskern genoemd. Als zo een verticale ijskern hebt kun je daarmee niet alleen het klimaat bestuderen maar ook de atmosfeer. Dit komt omdat er tussen de verschillende ijslagen lucht zit, die lucht is van honderden jaren geleden en daarmee kun je zien uit wat voor stoffen de atmosfeer bestond.
