Wat zijn gletsjers?
Gletsjers zijn ijsmassa’s, die door het omzetten van sneeuw ontstaan.
Van de gletsjers van deze aarde ligt 98% in de poolgebieden, de rest bevindt zich in de hoog gebergten. Als deze ijsmassa’s zouden smelten, dan zou de zeespiegel ongeveer 50 m stijgen.
Verschijnselen, die door gletsjers bewerkstelligd worden, noemt men glaciale verschijnselen.
Gletsjers vormen een belangrijke oorzaaken factor bij de vorming van het landschap. Wanneer rivieren zich naar beneden bewegen vormt hier laten misschien een gletsjer een diep dal. Bij het smelten in warmere gebieden schuren ze grote ladingen sediment weg, en zetten dit in karakteristieke vormen af. Deze ladingen puin en stenen noemt men ook wel morenen.
Tijdens de laatste ijstijden in het Pleistoceen waren grote delen van Noord-Amerika en Europa bedekt door ijslagen, net als Groenland en Antarctica in deze tijd.
Gletsjerijs kan alleen ontstaan op plaatsen, waar de temperatuur onder de 0° Celsius ligt, en waar genoeg sneeuw valt.
Vers gevallen sneeuw bestaat eerst uit grote losse vlokken, die met lucht gevuld en dus licht zijn. Door de druk van de erop volgende sneeuw wordt de lucht uit de vlokken geperst en de kristallen afgebroken. De massa verdicht zich, en er ontstaan vastere ijskorrels, die men firn noemt.
Bij het dooien en weer bevriezen van het firn worden de overige resten losse sneeuw eveneens omgezet in ijs, zodat een massa van pure ijskorrels wordt gevormd, die samengehouden wordt door ijspartikeltjes.
Deze massa wordt firnijs genoemd.
Door het eigen gewicht en de nieuwe sneeuw wordt het firnijs meer en meer samengedrukt tot een samenhangende gletsjer.
In dunne lagen glanst gletsjerijs blauwgroenig, in gereflecteerd licht wit.
Wanneer het pak ijs dik genoeg is, begint het onder invloed van de zwaartekracht langzaam langs de helling naar beneden te glijden.
Afhankelijk van de dikte van het ijs en de steilheid van de helling, neemt de snelheid van de gletsjerbeweging toe.
Alpengletsjers glijden zo’n 30 -150 meter per jaar, gletsjers in de Himalaya wel tot 1000 meter en in West-Groenland zelfs tot wel 7000 meter ver.

